Bollenerfgoed Werkgroep Behoud en Herbestemming Bollenerfgoed

De ontwikkeling van bollenschuren

De ontwikkelingen in de techniek en in het bollenvak zijn bepalend geweest voor de architectuur van bollenschuren. Aan de buitenkant van de schuren kun je zien hoe binnen in de schuur werd gewerkt. 

Bollenschuren zijn gebouwd voor het drogen van bollenschuren. Na het rooien werden de bloembollen in manden vanaf het land naar de bollenschuur vervoerd. Daar werden ze te drogen gelegd op houten stellingen. De bollenstellingen namen het grootste deel van de schuur in beslag. Ze vormden tevens de constructie van het gebouw en dragen het dak en de vloeren.

Drogen door de wind

De bollen werden gedroogd door natuurlijke ventilatie. Daarom hadden bollenschuren rijen openslaande ramen en deuren in de gevels. Door de deuren tegen elkaar open te zetten, kon de wind door het gebouw heen waaien en droogden de bollen. Sommige schuren werden met kachels verwarmd. 

De eerste bollenkwekers bewaarden de bloembollen op de zolder van hun huis. De groeiende export van bloembollen leidde tussen 1850 en 1890 tot de bouw van speciale schuren voor het drogen en bewaren van bloembollen. De bollenschuren waren twee tot soms wel vier verdiepingen hoog.

Bollenerfgoed
Bollenerfgoed

De eerste bollenschuren (1850-1900) waren van hout; vanaf 1900 kwamen er ook schuren van steen met verschillende dakvormen. Onder het dak, meestal een zadeldak of mansardekap, was ook ruimte voor de opslag van bollen. Vanaf 1910 werden de meeste bollenschuren met platte daken gebouwd. In de gevels bevonden zich nog altijd openslaande deuren voor een natuurlijke klimaatbeheersing.

De komst van elektriciteit

In 1922 kregen Hillegom, Lisse en Sassenheim elektriciteit. Veel bollenkwekers stapten toen over op het drogen met warme lucht. Er kwamen luchtkokers en ventilatoren in de schuren.
Veel bollenschuren werden verbouwd of vervangen door een modernere schuur. De rijen houten ventilatiedeuren werden vervangen door kleinere stalen ramen. In de schuren kwamen klimaatcellen waarin men bollen kan koelen en verwarmen. In de gevels kwamen roosters om lucht aan en af te voeren.

Bollenerfgoed
Bollenerfgoed

Logistiek en opslag

Nog een verandering was de invoering van de gaasbak in 1924: een houten kist van 75 x 50 cm. met een bodem van gaas. Als je de bakken op elkaar stapelt, krijg je een mobiele bollenstelling, die met een wagentje verplaatst kan worden. Dat scheelde veel gesjouw met bollenmanden. In de bollenschuren maakten de houten stellingen plaats voor stapels gaasbakken. De oude bollenstellingen werden vervangen door een staalconstructie. 
In de periode 1945-1960 werden lagere bollenschuren gebouwd, voorzien van klimaatcellen en verwerkingsruimten voor het inpakken en verzenden. Architecten ontwierpen toen nieuwe types bollenschuren met ronde en schuine daken.

Moderne bedrijfsgebouwen

Rond 1965 verschenen er stalen bedrijfsgebouwen in het landschap. Hoge loodsen waarin hoge stapels palletkisten ofwel kuubskisten passen. Die kisten zijn alleen te verplaatsen met een tractor of een vorklift. Droogwanden blazen de bollen droog en het klimaat en de vochtigheid worden mechanisch en computergestuurd geregeld. Bij deze loodsen is aan de buitenkant bijna niet meer te zien dat binnen met bloembollen wordt gewerkt. Deze bedrijfsgebouwen zijn niet meer direct als bollenschuur herkenbaar.

Bollenerfgoed
Honderd jaar behandeling van bloembollen (Tekeningen Jos Warmenhoven)

Honderd jaar behandeling van bloembollen.

Honderd jaar transport en logistiek rond bloembollen (Tekeningen Jos Warmenhoven)

Honderd jaar transport en logistiek rond bloembollen.
(Tekeningen Jos Warmenhoven)