Bollenerfgoed Werkgroep Behoud en Herbestemming Bollenerfgoed

Uit de media: Peter Nijhof: 'Bollenschuren succesvol herbestemd'

01-01-2006
Uit de media: Peter Nijhof: 'Bollenschuren succesvol herbestemd'
Bollenschuren zijn de iconen van de Zuid-Hollandse Duin- en Bollenstreek. In een brede strook tussen Hillegom en Wassenaar staan er vele honderden, gebouwd voor het drogen, bewerken en sorteren van bloembollen. De meeste oude schuren hebben deze functie inmiddels verloren. Sinds 1997 zet de projectgroep Behoud en Herbestemming Bollenschuren zich in voor behoud door herbestemming, geheel in de lijn van het landelijke Belvedere-credo. Met toenemend succes.

Vanaf de achttiende eeuw nam de bloembollenteelt een grote vlucht in Kennemerland, de streek achter de duinen rond Haarlem. Door de toenemende verstedelijking verschoof de teelt in de loop van de negentiende eeuw zuidwaarts naar de afgegraven duinen, de geestgronden, achter de Zuid-Hollandse kust. Een open gebied, goed ontsloten, waar de grond optimaal geschikt was.

In het begin was de bollenteelt hier een nevenverdienste van boeren. Bloembollen werden simpel weg op bestaande boerenzolders opgeslagen. Vooral de groeiende export leidde eind negentiende eeuw tot specialisatie en schaal vergroting en tot de ontwikkeling van een geheel nieuw type bedrijfsgebouw: de bollenschuur.
Aanvankelijk kleinschalig, van hout, éénlaags met zadeldak werd de Bollenstreek in de eerste helft van de twintigste eeuw bebouwd met honderden bollenschuren: steeds groter, met meer verdiepingen, nu van baksteen met mansarde- en later platte daken. De schuren werden gesitueerd naast of achter de representatieve woningen van rijk geworden bollenkwekers en bollenexporteurs. Natuurlijke ventilatie door openslaande deuren en ramen werd tijdens het Interbellum opgevolgd door mechanische ventilatie, waardoor de bollenschuur veranderde van open naar gesloten.

Sloop
In de tweede helft van de twintigste eeuw zette het functieverlies van deze traditionele bollenschuren in. Zij werden in groeiend tempo vervangen door grootschalige, volledig gesloten, gemechaniseerde loodsen van staal en aluminium of kwamen leeg te staan door oprukkende bebouwing. Veel uitgerangeerde schuren werden vaak aanvankelijk voor incidentele opslag gebruikt of verhuurd, maar in de jaren negentig nam de sloop snel toe, veelal ten gunste van woningbouw.

In 1996, het Jaar van het Industrieel Erfgoed, wees de Provincie Zuid-Holland op de regionale cultuurhistorische betekenis van oude bollenschuren door de publicatie van een toeristische Bollenschurenroute. Vanuit het Streekmuseum De Zwarte Tulp in Lisse werd dit signaal opgepakt door de start van het project Behoud en Herbestemming Bollenschuren. 
Gedragen door deskundigen uit de streek en met externe steun van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg werd een veeljarig programma opgezet met subsidies van de provincie Zuid-Holland, het Samenwerkingsorgaan Duin-en Bollenstreek en de Dienst Landelijk Gebied. Dit project richt zich op draagvlakverbreding en kennisontwikkeling in algemene zin en op het stimuleren van schuureigenaren, ontwikkelaars en gemeenten om te komen tot verantwoorde herbestemming in plaats van sloop.

Cultuurhistorisch besef
Draagvlakverbreding kreeg eerst gestalte door een fraaie fotopublicatie, een studiedag en op veldwerk gebaseerde inventarisaties. Alle informatie is inmiddels breed toegankelijk via de website www.bollenschuren.nl. Herbestemming en behoud kregen handen en voeten door schuur eigenaren terzijde te staan met adviezen bij concrete planontwikkeling en gemeenten bij de waardestelling en selectie van schuren voor gemeentelijke monumentenlijsten.
De jaarlijkse uitreiking van de Zwarte Tulpprijs aan een toonbeeld van herbestemming door particuliere eigenaren draagt bij aan de versterking van het cultuurhistorische besef in een streek waar behoud van historie vanouds in de schaduw staat van ruimte voor de bolleneconomie.

Regionale collectie
Het project loopt eind 2006 af. Hoewel er sinds de start nog vele waardevolle schuren zijn gesloopt of verknoeid, begint er verandering in denken en handelen zichtbaar te worden in de vorm van vele bollenschuren met een nieuwe bestemming. Soepelere planologische regelgeving op basis van de Nota Ruimte moet bovendien vooral in het buitengebied meer armslag voor transformatie bieden, waar nu nog strak wordt vastgehouden aan agrarische bestemmingen. Geslaagde herbestemmingprojecten zullen in een handzame publicatie aan de streek worden gepresenteerd. Aan de Rijksdienst is onlangs een rapport aangeboden met aanvullende beschermingsvoorstellen, want van de honderden schuren zijn er maar enkele beschermd.
Daarnaast wordt in het kader van het bestuurlijke verband van de veel grotere regio Holland Rijnland, waar de streek sinds kort deel van uitmaakt, samen met alle gemeenten gewerkt aan een Regionaal Bollenschurenbeleid. Doel is een op elkaar afgestemd beleid van alle betrokken gemeenten, gericht op behoud en herbestemming van een Regionale Collectie Bollenschuren.
Tenslotte wordt het Cultuurhistorisch Genootschap, het samenwerkingsverband van de lokale historische verenigingen en musea in de streek, in een nieuwe jas gestoken, zodat het Genootschap eind 2006 de fakkel van het project Behoud en Herbestemming Bollenschuren kan overnemen.

Peter Nijhof was landelijk coördinator industrieel erfgoed van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Gepubliceerd in: Nieuwsbrief van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, januari 2006.